Ergonomisch dragen
Is het je wel eens opgevallen dat als we ons pasgeboren kindje optillen, we deze eigenlijk van nature altijd rechtop, dicht tegen onze borst houden? En wanneer kindjes wat groter worden we deze automatisch op onze heup zetten met de beentjes van je kindje in de hurk-spreidhouding? Dit is geen toeval! Deze manier van dragen hoort bij onze natuur. Ergonomisch dragen sluit hierbij aan.
Ergonomisch dragen wil niets meer of minder zeggen dan dat je de anatomie van jou en je kind respecteert tijdens het dragen. Zolang je dit doet en het gewicht van je kind gelijkmatig verdeelt over je lichaam zal je merken dat je kunt blijven dragen tot in de kleutertijd.
De juiste ergonomische houding voor je kindje is de zogenaamde ‘M-houding’, ‘kikkerhouding’ of ‘hurk-spreidhouding’. Allemaal draagtermen die dezelfde houding aanduiden. Dit wil zeggen de knietjes hoger dan de heupen. Hierdoor vallen de heupkoppen mooi in de kom waardoor een goede heupontwikkeling wordt gestimuleerd. Door deze stand van de heupen word automatisch het bekken gekanteld waardoor de natuurlijke bolling van de rug wordt aangehouden. Om deze houding te behouden moet de doek of drager altijd van knie tot knie ondersteuning bieden. Je kind zit altijd met zijn gezicht naar je toe gericht. Zo kan hij zijn natuurlijke houding behouden en kan hij zich afsluiten voor prikkels van buitenaf. Je kind hoort zo dicht mogelijk tegen je aan te zitten, hoe verder hij van je af zit hoe minder zijn lijf is ondersteund door de doek of drager en hoe zwaarder het voor jou wordt.

